donderdag 4 april 2019

Suzanna Jansen - Het pauperparadijs



Een verhaal over armoede en (her)opvoeding in Nederland
Soms kon je er veel te laat achter dat je een boek nog moet lezen. Dit was voor mij het geval  met ‘Het pauperparadijs’ van Suzanna Jansen dat in 2008 uitkwam. Een zeer interessant boek over afkomst en (klasse)ongelijkheid in Nederland door de jaren heen. En vooral ook een boek over een van de grote sociale experimenten van de 19e eeuw, het heropvoedingsgesticht Veenhuizen in Drenthe.

Jansen gaat terug in de tijd en volgt haar familiegeschiedenis 5 generaties terug naar het begin van de 19e eeuw. Haar voorvader Tobias Braxhoofden is soldaat in het leger van Napoleon en nadat hij afgezwaaid is krijgt hij de mogelijkheid om bewaker te worden in Veenhuizen. Johannes van den Bosch, een man die naam en faam heeft gemaakt in Indië besluit dat hij met het geld dat in de koloniën wordt verdiend iets moet worden gedaan aan de armoede in Nederland.

Armoede werd toen, nog meer dan nu, gezien als een individueel probleem. Er waren verschillende oorzaken voor armoede die moesten worden aangepakt: gebrek aan arbeidsinzet, gebrek aan spaarzaamheid en alcoholmisbruik. Door de armen (kolonisten/verpleegden) aan het werk te zetten bij het ontginnen van het veen, ze alcohol te onthouden en ze te leren sparen om zich uit te kopen uit de kolonie (wat meerdere jaren zou kosten) moesten ze deze eigenschappen leren. Dit bleek echter zeer moeilijk.

Ook het wegkomen uit Veenhuizen zelf en ontsnappen aan de nalatenschap van Veenhuizen blijkt voor de volgende generaties moeilijk. Meerdere keren wordt in het boek gerefereerd aan het opgeven van een andere geboorteplaats of straatnaam want ook bij de migratie naar Amsterdam blijft de armoede hoog en de veroordeling op basis van in welke wijk je woont groot. Zo toont Jansen ook hoe het stempel Tuindorp of Florawijk een negatieve indruk achterlaat. 

Deze intergenerationele overdracht van armoede wordt pas tenietgedaan als de ouders van Jansen elkaar ontmoeten en uit de armoede weten te blijven en een stap later blijkt hoe belangrijk de Cito-toets is. Jansen haalt een hoge score en mag, ondanks het lage advies van de school, toch naar een havo/vwo klas. Eindelijk is het echt mogelijk om ‘de gelijke kansen op basis van talent’ na te streven. Een belangrijke boodschap in een tijd waarin de objectieve Cito-toets minder belangrijk wordt gemaakt, de basisbeurs is afgeschaft en de kansen van kinderen uit de lagere sociaal-economische klassen op een hogere opleiding afneemt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten