woensdag 24 april 2019

Amy Tan – De vrouw van de keukengod

Complexe roman over moeders, dochters en geheimen
Pearl heeft een gecompliceerde relatie met haar moeder Winnie. Nadat bij haar MS is geconstateerd besluit ze om dit geheim te houden voor haar moeder, die toch alleen maar met verhalen over anderen en goedbedoelde maar hopeloos ouderwetse raad komt. Pearl blijkt echter niet de enige met geheimen en als haar tante Helen denkt dat ze spoedig zal overlijden besluit deze om moeder en dochter bij elkaar te brengen, door ze te dwingen hun geheimen aan elkaar te vertellen.

De geheimen brengen ons naar het China (en Shanghai) vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw. Winnie, de dochter van de tweede tweede vrouw van een rijke zakenman, wordt na het verdwijnen van haar moeder bij een tante op een eiland ondergebracht. Na haar huwelijk met Wen Fu, een piloot in het Chinese leger, volgt ze hem door China terwijl de Tweede Wereldoorlog losbarst. Hierbij wordt ze vergezeld door Hulan, de vrouw van de leidinggevende van Wen Fu, met wie ze keer op keer een huis moet delen. Het wordt steeds duidelijker dat het huwelijk slecht verloopt, Wen Fu is gewelddadig en kan maar weinig liefde en geduld voor de kinderen opbrengen. Uiteindelijk besluit ze dat ze naar Amerika moet om te ontsnappen.

In deze complexe roman over de moeizame relatie tussen een moeder en een dochter komen verschillende zaken bij elkaar. De botsing tussen de Chinese en Amerikaanse cultuur en hoe moeizaam het opgroeien is tussen twee culturen (zoals we dat ook bij Mirza zien in de 21e eeuw). De geschiedenis van China in het begin van de 20e eeuw en de Tweede Wereldoorlog, waar ik zeer weinig van wist. En de kracht van geloof en geheimen, soms moet je eerst volwassen worden voor je je ouders kunt begrijpen. 


donderdag 4 april 2019

Suzanna Jansen - Het pauperparadijs



Een verhaal over armoede en (her)opvoeding in Nederland
Soms kon je er veel te laat achter dat je een boek nog moet lezen. Dit was voor mij het geval  met ‘Het pauperparadijs’ van Suzanna Jansen dat in 2008 uitkwam. Een zeer interessant boek over afkomst en (klasse)ongelijkheid in Nederland door de jaren heen. En vooral ook een boek over een van de grote sociale experimenten van de 19e eeuw, het heropvoedingsgesticht Veenhuizen in Drenthe.

Jansen gaat terug in de tijd en volgt haar familiegeschiedenis 5 generaties terug naar het begin van de 19e eeuw. Haar voorvader Tobias Braxhoofden is soldaat in het leger van Napoleon en nadat hij afgezwaaid is krijgt hij de mogelijkheid om bewaker te worden in Veenhuizen. Johannes van den Bosch, een man die naam en faam heeft gemaakt in Indië besluit dat hij met het geld dat in de koloniën wordt verdiend iets moet worden gedaan aan de armoede in Nederland.

Armoede werd toen, nog meer dan nu, gezien als een individueel probleem. Er waren verschillende oorzaken voor armoede die moesten worden aangepakt: gebrek aan arbeidsinzet, gebrek aan spaarzaamheid en alcoholmisbruik. Door de armen (kolonisten/verpleegden) aan het werk te zetten bij het ontginnen van het veen, ze alcohol te onthouden en ze te leren sparen om zich uit te kopen uit de kolonie (wat meerdere jaren zou kosten) moesten ze deze eigenschappen leren. Dit bleek echter zeer moeilijk.

Ook het wegkomen uit Veenhuizen zelf en ontsnappen aan de nalatenschap van Veenhuizen blijkt voor de volgende generaties moeilijk. Meerdere keren wordt in het boek gerefereerd aan het opgeven van een andere geboorteplaats of straatnaam want ook bij de migratie naar Amsterdam blijft de armoede hoog en de veroordeling op basis van in welke wijk je woont groot. Zo toont Jansen ook hoe het stempel Tuindorp of Florawijk een negatieve indruk achterlaat. 

Deze intergenerationele overdracht van armoede wordt pas tenietgedaan als de ouders van Jansen elkaar ontmoeten en uit de armoede weten te blijven en een stap later blijkt hoe belangrijk de Cito-toets is. Jansen haalt een hoge score en mag, ondanks het lage advies van de school, toch naar een havo/vwo klas. Eindelijk is het echt mogelijk om ‘de gelijke kansen op basis van talent’ na te streven. Een belangrijke boodschap in een tijd waarin de objectieve Cito-toets minder belangrijk wordt gemaakt, de basisbeurs is afgeschaft en de kansen van kinderen uit de lagere sociaal-economische klassen op een hogere opleiding afneemt.