maandag 4 maart 2013

Jaume Cabré – De bekentenis van Adrià



Het beste boek van dit jaar
“En zoals Hopper zei dat hij schilderde omdat hij het niet onder woorden kon brengen, schrijf ik het op omdat ik het niet kan schilderen, hoewel ik het voor me zie. En ik zie het altijd zoals hij, door ramen en deuren die op een kier staan. En wat ik toen niet wist, kwam ik later te weten. En wat ik niet weet, verzin ik, en is ook waar. Ik weet dat je me begrijpt en me zult vergeven.”

Dit is één van de prachtzinnen uit Jaume Cabré’s ‘De bekentenis van Adrià’, het meesterwerk van een Catalaanse schrijver over een jongetje die als man probeert te begrijpen hoe zijn leven er uit heeft gezien en waarom. Adrià heeft Alzheimer en om niet nog meer verloren te laten gaan van zijn levensverhaal heeft hij het opgeschreven en aan zijn beste vriend Bernat gegeven, dat verhaal lezen we. De vriendschap van Adrià en Bernat begint op vioolles. Tot die tijd heeft Adrià vooral aanspraak aan zijn speelgoedfiguurtjes sheriff Carson en de indiaan zwarte Adelaar. Adrià is een goede leerling en kan moeiteloos talen leren, maar van zijn ouders moet hij op vioolles. Iets wat hij niet heel leuk vindt, totdat hij Bernat leert kennen, Bernat heeft meer talent op viool te spelen dan Adrià en komt voor hem op als hij een black-out krijgt op het toneel. Naast Adrià en Bernat is er nog een derde bijzondere hoofdpersoon in deze roman, de viool van Storioni. Vervlochten met het levensverhaal van Adrià wordt het verhaal van de viool van Storioni verteld, hoe hij is uitgezaagd uit bijzonder hout dat groeide uit een menselijk skelet bij een klooster en hoe die viool eeuwen Europese geschiedenis heeft meegemaakt. Adrià is heel erg nieuwsgierig naar het verhaal van de viool, waarom deze in zijn vaders kluis ligt en waar hij vandaan komt. De viool brengt echter altijd de liefde in gevaar.
            Ik hou nooit zo van mensen die in januari al zeggen dat ze het boek van het jaar hebben gelezen, maar dat is wel het gevoel dat ik nu (in maart) heb. Wat een prachtig boek. Het boek bestaat uit pure poëzie verpakt in een jasje van geschiedenis. Ik vind het heerlijk om te lezen hoe Adrià zich ontwikkeld, hoe zijn vriendschap met Bernat zich ontwikkeld en zijn liefde voor Sara ontluikt. Het is een boek dat de tijd voor je neemt en waar je zelf ook enkele weken voor uit moet trekken. Er spelen verschillende verhaallijnen door elkaar, die niet duidelijk worden aangekondigd, maar de schrijver weet mij zo mee te nemen in het verhaal dat ik geen moeite heb om ze uit elkaar te houden en met speels gemak neemt hij ons mee van de middeleeuwen naar het heden en van de jeugd van Adrià in de tijd van Franco naar de man die de viool bouwde waar het allemaal om draait. Wat mij betreft kan deze in het rijtje grote Barcelonaromans worden geschaard met Carlos Ruiz Zafón en Eduardo Mendoza. Ik vind het misschien zelfs wel beter. Als ik een nadeel moet noemen van dit boek is dat het 700 pagina’s is. Het is heerlijk om zo lang te kunnen genieten van een boek, maar het was te zwaar om mee te nemen in de trein. Een terechte nieuwe Grote Verhalen Verteller van Signatuur.

1 opmerking: