Tof boek over ongelijkheid en kansen in Australië
In ‘een nacht bij de rivier’ gaat
McLennan terug naar zijn roots, Australië, en zijn oude vrienden uit de tijd
dat hij bokste, de Aboriginals. In Australië is altijd een grote kloof geweest
tussen de witte mensen en de Aboriginals en langzaam maar zeker lijkt er in
ieder geval op wettelijk vlak meer gelijkheid tussen deze groepen te komen. De
premier heeft zijn excuses gemaakt voor het weghalen van Aboriginal kinderen
bij hun ouders (de verloren generatie) en er zijn programma’s en subsidies om
Aboriginals meer kansen te geven en op het rechte pad te houden. Vroeger was er
maar één plek waar Aboriginals gewaardeerd werden, volgens McLennan, en dat was
in de bokstent. Ze reisden door heel Australië om te vechten tegen de lokale
bevolking en daarmee voor entertainment te zorgen.
Nu hij alweer decennia weg is
keert hij terug om te kijken hoe het met zijn oude vrienden is en wat er in
Australië gedaan wordt tegen de discriminatie en uitsluiting van Aboriginals.
Hij beschrijft de politieke strijd en de initiatieven die worden ontplooid.
Veel Aboriginals, vooral de mannen, brengen een deel van hun leven door in de
gevangenis. Er is sprake van grootschalig drank- en drugsgebruik en minder kansen
op werk. Zeker nu laaggeschoold werk, zoals in de mijnen, schaarser wordt.
Wat McLennan ook mooi laat zien
is hoe Aboriginals elkaar steeds de maat nemen. Hoe zwart ben je en hoeveel wit
zit er in je stamboom. Bij welke stam hoor je oorspronkelijk. Ben je wel een ‘echte’
Aboriginal of neem je enkel die identiteit aan voor uitkeringen en subsidies? Ze
willen ook niet één van de minderheden in migratieland Australië zijn, ze
willen de minderheid zijn. Ook is er een groot wantrouwen tegen de witte mensen
en de samenleving in zijn algemeenheid. Hiermee laat McLennan zien hoe moeilijk
het is om de problematiek van de Aboriginals te doorgronden en deze helpen op
te lossen.
Het boek is interessant om te lezen
en biedt een interessant en vernieuwend perspectief op de Australische
samenleving, uiteraard nog steeds deels een wit perspectief, maar ook meer dan
dat. McLennan heeft een goed verhaal te vertellen, maar zijn schrijfstijl is
niet fantastisch en soms wat vermoeiend. Daarnaast vraag ik me af of het
veelvuldig gebruik van het woord ‘blanken’ passend is in een boek dat gaat over
racisme, discriminatie en zwarten. Maar dat is wellicht meer een punt voor de vertaler
(die ook regelmatig de term ‘witte mensen’) gebruikt dan voor de schrijver. Al
met al is dit boek zeer de moeite waard voor mensen met interesse in Australië,
Aboriginals en ongelijkheid in een ontwikkelde samenleving.
Mooie recensie.
BeantwoordenVerwijderenOver het gebruik van 'blank(en)' en/of 'wit(ten)' heb ik overlegd met de schrijver. Niet iedereen ervaart de term 'blank' als racistisch...