Meruane weet met
weinig, veel te vertellen.
Lina Meruane is een Chileense schrijfster die al een tijd in
New York woont. Dit is het eerste boek dat ik van haar heb gelezen en ik hoop
dat uitgeverij Signatuur gaat besluiten meer van haar uit te geven, want ze heeft
een bijzonder mooie schrijfstijl. Het boek bestaat uit zeer korte hoofdstukken
met vaak lange zinnen. Ze schrijft staccato, fragmentarisch, misschien wel
zoals ze ook denkt. Dit is het verhaal van haar blind worden.
‘En het was hem, een
hijgende, chagrijnige, hongerige maar triomfantelijk Ignacio die ik uit mijn
geheugen opdiepte, in mijn hoofd samenstelde: Ignacio, die zwaaiend met de
ampul naar binnen kwam gelopen en hem als een vlag op tafel plantte.’ (p. 82)
Lina staat op een feestje als ze merkt dat haar ogen vol
lopen met bloed (de Spaanse titel is niet voor niets Sangre en el ojo, bloed in
het oog). De oogarts weet nog niet of hij haar kan opereren en ze moet eerst
wachten. Dat wachten duurt lang als je steeds minder ziet en daardoor steeds
afhankelijker wordt van de mensen om je heen. Haar prille relatie met Ignacio
wordt gedwongen om serieus te worden. Samenwonen, verzorgen, op bezoek bij haar
familie in Chili, het contact met haar moeder.
Als je blind wordt, moet je het leven weer opnieuw vorm
geven. Ze bouwt haar leven plaatje voor plaatje weer op. Probeert hoop te houden
en is verschrikkelijk boos als de operatie maar op zich laat wachten, net als
haar herstel. Meruane neemt je mee in haar wereld en emoties. Een bijzonder
boek dat soms iets te plastisch is (wellicht mijn grootste probleem met
Zuid-Amerikaanse schrijvers als ik denk aan het boek De Woestijn), maar zeer de
moeite waard. Ze weet met weinig, veel te vertellen.