Bijzonder
vertelstijl en een interessant verhaal
Lola Lafon (1975) is een Europese schrijfster met Frans-Russisch-Poolse
achtergrond. Ze is opgegroeid in Boekarest en kan daardoor een geloofwaardige
inkijk bieden in het leven in Roemenië tijdens en vlak na Ceauşescu. Ze doet
dit aan de hand van het levensverhaal van Nadia Comăneci in een voor mij nieuwe vertelstijl: ze laat de
hoofdpersoon fictief commentaar geven op haar schrijven. Dit is even wennen,
leuk en soms wat te veel van het goede.
Iedereen kent de beelden wel (en kijk anders even op
YouTube) van Nadia Comăneci die op de
Olympische Spelen in 1976 de eerste 10,0 in de geschiedenis haalt op de brug.
Ze wint ook de balk en de meerkamp dat jaar. Maar aan dat succes gaat een lange
weg van trainingen vooraf en die beschrijft Lafon oefening voor oefening aan
ons. Ze beschrijft de ontberingen, de lange dagen, het weinige eten, het
communistisch klimaat, maar ook de successen en de uitstapjes naar het
buitenland die Nadia en haar mede-turnsters maken.
De commentaren die de fictieve volwassen Nadia geeft op
de beschrijvingen van haar leven geven een mooi tegenwicht. Niet alles was
volgens Nadia zo erg als het leek of in de media beschreven werd, sommige
dingen waren echter erger. Vooral het ‘vrouw’ worden, het verlies van het
kleine 14-jarige elfje op de volgende Olympische Spelen en de rol die de (buitenlandse)
media daarin speelden. Over sommige stukken uit haar leven is weinig bekend,
die heeft Lafon zo goed mogelijk geprobeerd in te vullen aan de hand van,
hopelijk niet-fictief, bronnenonderzoek en veel fantasie.
‘De kleine Roemeense die nooit glimlachte’ is een
prachtig boek over alles wat je maar kan meemaken in het leven, zeker als je
opgroeit als kleine succesvolle turnster in een communist regime. Het geeft een
tijdsbeeld en een levensverhaal, en dat Lafon soms wat vermoeit, vergeef je
haar gelijk. Ik bleef echter met één vraag zitten: waarom is er voor gekozen om
de kleine communiste uit de oorspronkelijke titel ‘Le Petite Communiste qui ne
souriait jamais’ te vertalen met de kleine Roemeense. Maar die vraag is niet
aan Lafon om te beantwoorden.