Als je denkt dat je een rare
familie hebt, leer dan de familie van Josse kennen. Zijn ouders zijn psychiater
en psycholoog en ze wonen met Josse en zijn twee oudere broers op het terrein
van een psychiatrische jeugdinrichting: De Hesterberg. Hij wordt zijn hele leven al omringd door
patiënten met allerlei mentale en fysieke handicaps en met een aantal sluit hij
een vriendschap voor het leven.
Meyerhoff vertelt hoe het
gezin opgroeit en laat erg mooi zien hoe je als kind je ouders volwassen ziet
worden doordat je zelf groter wordt. Langzaam wordt duidelijk dat zijn vader
ambivalent is, hij is er een meester in om zich theoretisch volledig te scholen
in een onderwerp en er in de praktijk niets van te bakken. In de meeste
gevallen doet moeder het praktische werk en zet door waar haar man het laat
afweten. Zo komen er gaten en scheuren in het perfecte plaatje van zijn ouders.
Deze nieuwste roman van
Signatuur is heerlijk licht geschreven, verteld vanuit het perspectief van een
kleine jongen die langzaam een twintiger wordt en met sprongen voor- en
achteruit door de tijd waardoor er verassende wendingen komen in het beeld dat
je hebt van de familie. Als een rode draad door het verhaal loopt de liefde van
het gezin voor de hond, een heerlijke lobbes die behoorlijk fel kan zijn tegen
buitenstaanders en als het leven van de hond op zijn einde komt, is het boek
ook bijna uit.
Veel ‘coming-of-age’ romans
hebben het probleem dat ze vrij plotseling stoppen. De hoofdpersoon is
volwassen, verlaat het ouderlijk huis of sticht een nieuw gezin en het boek is
afgelopen terwijl ik me nog afvraag wat er verder nog gaat gebeuren. Dat is bij
Meyerhoff niet het geval, hij laat zien dat het einde van de jeugd eigenlijk
alleen plaatsvindt bij het afscheid
van één van je ouders, dan is het gezin echt
niet meer compleet en is je jeugd echt voorbij. Hierdoor sla je met een
weemoedige zucht het boek dicht en hoop je dat alles goed komt met Josse.
Cijfer: 9